Los Hermanos Wetzels 7 - Reisverslag uit El Burgo Ranero, Spanje van Wim Wetzels - WaarBenJij.nu Los Hermanos Wetzels 7 - Reisverslag uit El Burgo Ranero, Spanje van Wim Wetzels - WaarBenJij.nu

Los Hermanos Wetzels 7

Door: Wim Wetzels

Blijf op de hoogte en volg Wim

29 Augustus 2013 | Spanje, El Burgo Ranero

2013-7: Vroege vogels en een rare vogel : woensdag 28 augustus.
Ik ben bij een ook maar enigszins gevulde albergue al vroeg op, dat hebben jullie wel gemerkt. Zo ook vandaag, maar er zijn meer mensen vroeg op. Bij El Peregrino staat Pablo, de man van Julia (ook wel Julita genoemd) al vanaf 6 uur in de zaak; je kunt dan bij hem een desayuno (ontbijt) voor € 3 krijgen. Hij speelt daarmee handig in op de omstandigheid dat de albergues in het dorp wel een keukentje bezitten, maar dat het toch niet makkelijk is om met zijn allen tegelijk thee of koffie te zetten. Hij komt altijd na een minuut of tien, vijftien naar buiten om het terras, dat jullie inmiddels meer dan bekend moet zijn, schoon te vegen, en de terrasstoelen / -tafels recht te zetten. Hij ziet mij dan bij de albergue buiten staan, want ik heb dan de voordeur van het slot gehaald, en de lichten in de gemeenschappelijke ruimten (keuken en gang) aangemaakt. Toen wij vanmorgen na afloop van ons werk naar El Peregrino gingen, maakte hij tegen Frans daar een opmerking over in de trant van dat hij mij een madrugador vond, vrij vertaald een vroege vogel. Goed, nu even over Julita en Pablo. Zij is een schoolvriendin van Tèrè (Teresa), en zij is volgens ons ook even over de vijftig. Haar man Pablo is op het oog ouder, maar daar moet je bij Spaanse mannen toch wat voorzichtig mee zijn. Ze hebben een dochter Monica (rond de dertig?), die een zoontje van 5 heeft rondrennen in de zaak; van een vader van het joch is er naar onze waarneming geen spoor. Er werken ook nog twee jonge mannen af en toe (de een ’s middags, de ander ’s avonds) in de zaak, waarvan er een kennelijk een zoon van Julita/Pablo is, en de ander een zoon van Julita’s zus; deze laatste spreekt behoorlijk Engels, en zou uit een eerder huwelijk van haar man met een vrouw uit Wales zijn. Tot zover mijn genealogische naspeuringen.
Goed, ik had het over de ochtend; we volgen ons inmiddels vaste ritueel: ontbijt na vers brood te hebben gehaald (een zapato: heerlijk knapperig, en groter dan een franse baguette!), de albergue verzorgen (dat heb ik gisteren beschreven), en koffie drinken bij El Peregrino (dat beschrijf ik zowat iedere dag). Vandaag staat er een stevige wind, dus we gaan lekker binnen zitten, net als al de anderen. Het zoontje van Monica rent door de zaak, met oma Julita achter hem aan; hij heeft haar linkerslof gepikt, en zij krijgt hem natuurlijk (zo gaat dat bij oma’s) niet te pakken; dikke pret en een hoop kabaal en geschater. Buiten zijn de gemeentewerkers al voor de derde ochtend op rij bezig met het snoeien van grote dennen aan de overkant; de eerste dag alle takken tot zeg maar manshoogte; gisteren hadden ze een trapladdertje meegebracht, en vandaag een uitschuifladder. We hopen, dat ze vandaag de klus eindelijk klaren, want het is een enorm kabaal met de motor van die heggeschaar. Wanneer ze inderdaad de klus geklaard hebben, komen ze ter verhoging van de feestvreugde ook nog aan onze kant de boompjes bij het terras van El Peregrino doen. De deur van de zaak staat altijd open, dus je kunt wel ophouden met je gesprek, want we verstaan elkaar nauwelijks nog; de Spanjaarden hebben daar kennelijk geen moeite mee, want die blijven gewoon doorschreeuwen. Wanneer de heggeschaar eindelijk wordt uitgezet, proberen we een praatje te maken met een lange dunne oudere pelgrim aan het tafeltje naast ons. Hij blijkt een franstalige Canadees te zijn, uit New Brunswick (Hij heeft het over Nouvelle Brunswick), en hij is professor aan de universiteit daar ergens. Hij doet de camino in etappes, want hij heeft niet zoveel vrije dagen, zegt hij. Op 1 september beginnen de colleges weer, dus wanneer hij over enkele dagen in Leon is, vliegt hij weer naar huis.
We gaan terug naar de albergue om onze klus af te maken; de gangen zijn inmiddels droog, en we kunnen het meubilair weer op zijn plaats gaan zetten. Tot onze stomme verbazing komt er op dat ogenblik een Spaanse wandelaar-pelgrim al vragen om een bed. Oké, dat kan, want de slaapzaal beneden hadden we al aan kant vóór we weg gingen. Ik kijk op mijn horloge: het is 10.50 uur. Zo vroeg hebben we nog niemand gehad! Dat is dus met recht een vroege vogel! Goed, we maken ons werk af, en installeren ons op ons eigen terras, waar na enige tijd de Spaanse gast bij ons aanschuift. Ik durf best een gesprek met hem aan te gaan, al is mijn Spaans gebrekkig. Het gesprek verloopt wel wat moeizaam, want Spaanse antwoorden begrijpen is duidelijk iets anders dan zelf vragen formuleren, maar we komen er meestal toch uit, en snappen uiteindelijk wat hij bedoelt. Ik kan best wel zinnen in het Spaans (niet vloeiend) formuleren na het nodige nadenken, maar dan komt zijn antwoord in zo’n rap tempo, dat ik er niet al te lang mee doorga. We laten hem maar praten, en hij doet ook zijn best om langzaam te spreken, en bij een vragende blik van ons het nog eens te herhalen, maar het is geen makkelijk lopend gesprek, en het bloedt dan ook langzamerhand dood. We zitten op ons terrasje helemaal onbeschut tegen de harde wind, die van de overkant over de grote grasvlakte komt aanjagen. Af en toe zijn er echte harde vlagen, die het stof van de weg in je ogen blazen (dat gebeurt ook wanneer er een vrachtwagen passeert), en het is dus niet echt prettig.
Maar we continueren onze wachtdienst volgens het vaste ritueel (om de beurt naar achteren om te lunchen) en pas om 16.00 uur komt er weer nieuw volk aan, dat in de Muni niet meer terecht kan: drie Duitse jongelui, die duidelijk blij zijn met ons in het Duits te kunnen converseren. Andere passanten lopen kennelijk door naar de derde albergue in het dorp: La Laguna. Dan komen er tegen zessen twee Italiaanse fietsers (hè, eindelijk fietsers, dat is mijn eigen volk, mijn dag is nu pas echt goed), die ik uiteraard met groot genoegen de plek wijs, waar ze hun fietsen veilig kunnen wegzetten. Dat is de eerste keer dit jaar, dat ik met fietsende pelgrims te maken heb, en we kletsen (in het Frans) over afstanden, etappeplaatsen en alles wat voor ons, fietsers, belangrijk is en voor wandelaars niet. Ze willen niet op de slaapzaal, maar op de tweepersoonskamer boven. Wanneer we ons opmaken om naar El Peregrino te gaan voor ons dagelijkse aperitiefje, komt er nog een fietser om een bed vragen: natuurlijk, dat kan, en hij wil zo goedkoop mogelijk, dus op de slaapzaal beneden. Hij loopt duidelijk mank, en is blij nog een benedenbed te kunnen bemachtigen van de serie stapelbedden. Hij vertelt, dat hij ook op de fiets naar Jeruzalem is geweest via Turkije, Syrië en Libanon. Op onze opmerking, dat we fietsen door Syrië knap gevaarlijk vinden, is zijn antwoord, dat hij zich daar veiliger had gevoeld dan in Turkije, Libanon en Israel zelf, waar het gedoe met de Palestijnen hem geen prettig gevoel had gegeven. Hij haalt uit een van zijn tassen een grote voorraad houten kruisjes en andere prullaria, uit Israel afkomstig en uit hout van olijfbomen gesneden, die hij voor € 3 en € 5 aan ons probeert te verkopen. We zijn niet in zulk spul geïnteresseerd, waardoor hij sip begint te kijken, en wij maken ons snel uit de voeten, want we willen van hem af, en naar onze caña cerveza toe. In El Peregrino is het druk, want niemand gaat op het terras zitten in de harde wind, en er wordt weer zeer luidruchtig gekaart. We gaan om half zeven even terug naar ons huis om een lange broek aan te trekken; met een korte broek is het nét niet meer lekker toeven. We gaan dus netjes gekleed weer terug en nemen weer een pelgrimsmenu, nu ham/meloen als voorgerecht, en als hoofdgerecht neemt Frans weer escalope, en ik nu lomo de porc. Als nagerecht houdt Frans het bij ijs en ik nu de flan. De fles wijn is dezelfde als zaterdag. Alles voor € 10,-- per persoon. Overigens merk ik nu, dat ik zaterdag het nagerecht posterior heb genoemd, maar dat heet postre. Ik zeg het maar voor wat het waard is; ik wil niet dat jullie mij straks op de vingers tikken, omdat ik zaken niet correct aan jullie overbreng.
Op ons bureautje ligt een briefje van twee Spaanse meisjes “Bea y Blanca”, dat ze graag een bed willen, even zijn gaan eten, en later terugkomen. De rugzakken hebben ze al in de slaapzaal neergezet. Wij wachten rustig af, en onze eerste gast van vanochtend komt weer een praatje maken over de puesta del sol. We gokken, dat dat de zonsondergang betekent, en wanneer hij weg gaat, zoeken we het snel in het woordenboek op: ja, we zitten goed. Een tijd later verschijnen Bea y Blanca dan zelf, waarmee we dus in totaal 9 gasten hebben, verdeeld over de slaapzaal en de tweepersoonskamer. Dat geeft een mooie omzet, nietwaar? We krijgen van verschillende kanten de vraag, hoe laat morgen de deur opengaat. Ik heb iedereen gezegd, dat ze wat mij betreft om 4 uur de deur uitmogen, maar dat ze dan zelf even de voordeursleutel moeten omdraaien; ik laat hem aan de binnenzijde er op zitten. Ik ben benieuwd, of iemand dat doet; ik vermoed, dat het morgen allemaal uitslapers blijken te zijn. De 3 Duitse jongelui hebben in elk geval al gevraagd, of het goed was wanneer ze pas om 9 uur zouden vertrekken. Wij vinden alles prima, dan gaan we gewoon eerst ontbijten voor we ons in de albergue laten zien, toch? O, wij zijn zulke gemakkelijke jongens!
Beste mensen, ik wens jullie een goede nachtrust, onszelf trouwens ook, en tot morgen.

  • 29 Augustus 2013 - 13:07

    Dionne:

    Hoi Wim,
    Gelukkig is het je gelukt om alle verslagen er weer op te zetten, zo kunnen wij weer genieten van de leuke verhalen. Volgens mij vermaken jullie je daar wel!
    Veel plezier nog, en groetjes aan Frans!
    X Dionne.

  • 29 Augustus 2013 - 14:32

    Fransvb:

    Beste Wim,
    Geweldig boek wat je aan het schrijven bent.
    Ik lees het met heel veel plezier.
    Je moet wel gepensioneerd zijn om deze verslagen te kunnen lezen.
    Succes verder,
    groetjes, ook aan mijn naamgenoot.
    frans, en annie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Spanje, El Burgo Ranero

Wim

Actief sinds 21 Juni 2011
Verslag gelezen: 350
Totaal aantal bezoekers 77349

Voorgaande reizen:

03 Juli 2018 - 01 Augustus 2018

Camino 2018

01 Juli 2015 - 31 December 2015

Santiago de Compostela

07 Juni 2012 - 15 Juli 2012

Flight 612 to Santiago de Compostela

Landen bezocht: